Tekst: Redactie
Niet iedere zwangerschap wordt voldragen, en niet ieder kindje komt levend ter wereld. Wereldwijd vinden naar schatting 23 miljoen gevallen van zwangerschapsverlies plaats. Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk hoger, omdat niet alle landen zwangerschapsverliezen registreren.
Een echt rouwtraject is er vaak niet bij een zwangerschapsverlies. Ouders verwerken het verlies meestal in stilte, en geven soms zichzelf de schuld. ‘Mijn lichaam was niet gezond genoeg’, ‘ik had die zware boodschappentas niet moeten tillen’, ‘was ik maar ver voor de conceptie gestopt met het drinken van alcohol’. Maar ook al zijn er risico-verhogende factoren, zoals roken en drinken voor en tijdens de zwangerschap, kan zwangerschapsverlies iedere vrouw overkomen.
Op zwangerschapsverlies ligt nog steeds een taboe. ‘Uithuilen, schouders er onder en doorpakken,’ is vaak de reactie van de omgeving. Maar dat doet geen recht aan het verdriet waarmee het gepaard gaat, laat staan het verlies van een pril leven. Dat ondervond Susan Cuppen, oprichtster en eigenaresse van Angels Forever, aan den lijve. ‘Ik heb vijf kinderen. Eén van mijn kinderen is na negentien weken zwangerschap in mijn buik overleden.’ Ze vervolgt: ‘Dat is nu twaalf jaar geleden. Na het verlies voelde ik mij ontzettend eenzaam en ik kreeg geen professionele hulp. Met minder dan 24 weken zwangerschap had ik ook geen recht op kraamzorg. Het verlies van ons zoontje werd letterlijk doodgezwegen. Ik vond dat heel vreemd.’
Een echt afscheid
‘Ik ben mij meer gaan verdiepen in zwangerschapsverlies en de hulp die moeders en hun partners daarbij nodig hebben. Ik voelde mij destijds ontzettend alleen. Andere ouders zouden zich nooit zo moeten voelen. Zo kwam ik tot de start van Angels Forever, dat in eerste instantie bestond uit een methode om moeders en partners te helpen bij het verwerken van het verlies, ongeacht in welke week zij hun kindje hebben verloren. Dat was acht jaar geleden. Later is dit uitgebreid met uitvaartzorg gericht op baby’s en kinderen, omdat hier toch een expertise voor gevraagd wordt. Daarnaast werk ik bij Uitvaartverzorging Yvonne Vos, waar ik uitvaarten voor volwassenen begeleid.’
De mooie en moeilijke momenten
Ook in de kraamzorg krijg je soms te maken met een gezin dat hun kindje heeft verloren. ‘Ik werd nu zeven jaar in de kraamzorg bij kraamorganisatie LieV Limburg,’ vertelt Yvon Schijven. ‘Ik maak heel veel leuke en mooie momenten mee, maar soms zie je ook de andere kant, als ouders hun kindje hebben verloren. Bij één van deze gezinnen waarin ik mama en papa mocht ondersteunen, hielp Susan met de begeleiding van het verlies. De klik was er dadelijk meteen, en tegenwoordig werken we meer samen.’
‘Het klinkt vreemd, maar het helpen van dergelijke gezinnen is heel mooi en dankbaar om te mogen doen. Het is heel waardevol dat je iets voor het gezin kunt betekenen. Zeker, er is veel verdriet. Soms wordt de deur voor mij open gedaan met de vraag: ‘Wat doe je hier eigenlijk? We hebben geen baby.’ Maar er is wel een mamma en er is een pappa, en die verdienen alle aandacht en zorg, nog afgezien van de controles van de moeder. Het is wrang. Het moederlichaam heeft alles te bieden, maar er is niemand aan wie de vrouw het kan geven. Daar mag je zeker niet aan voorbij gaan.’
Warm welkom
Susan vult aan: ‘Eigenlijk is de baby er wel. En het is goed het kindje welkom te heten in de eerste week. Dat vergeten veel mensen. Maar voor ouders – want het zijn ouders, ook al hebben ze hun kindje verloren – is het belangrijk hun zoon of dochter te leren kennen en er een gevoel bij te krijgen. Dat gaat in het tempo en op de manier van de ouders. Zo was ik eens bij een gezin waarvan de moeder het kindje constant op de arm had, maar de vader het liever niet aan wilde raken. In plaats daarvan ging hij aan de slag met het maken van een kistje voor hun zoontje. Dat was zijn manier van verwerken. En dat was voor hem genoeg. Andere ouders willen graag een fotoshoot, wat ik voor ze regel. Of ze willen na het balsemen de baby in het badje doen. Daar kan Yvon dan bij helpen, dit hoort ook bij de verwerking. Dat was voor deze ouders heel waardevol, ze wilden zo graag hun dochtertje de geur van hun babyolie die klaar stond om te gaan gebruiken meegeven, en de kleertjes aan te doen die ze voor haar gekocht hadden. Maar ik dring nooit aan, maar geef de ouders wel opties en vertel wat er eventueel mogelijk is. Iedereen heeft zijn of haar eigen manier van verwerken.’
Werken met je grootste angst’
Yvon en ik zijn allebei ouders. Wat is de grootste angst van een ouder? Je kind verliezen. En dan word je opgeroepen om te werken met je grootste angst: een overleden kindje. Dat is heel confronterend.’
Yvon: ‘Op het moment dat ik in een gezin ben kan ik dat redelijk uitschakelen. Toch breekt mijn hart vaak. Al dat verdriet… In de auto terug naar huis zet ik regelmatig de radio hard aan om even helemaal af te schakelen. Thuis ben ik dan weer oké. En soms niet… Dan vraagt één van mijn kinderen hoe het met mij gaat, en vertel ik over de dag, soms met een lach en een traan. Even ‘luchten’, dat voelt goed. Ik kan ook altijd bij mijn collega’s van de planning mijn verhaal kwijt, dat voelt heel fijn! En ik heb het op verzoek van Susan een keer van mij afgeschreven. Dat was voor mij heel waardevol, en ik heb mooie reacties op mijn verhaal gekregen.’
Susan: ‘Ik houd het ook niet altijd droog. Een traantje laten in een gezin mag best. Het laat zien dat je meeleeft, dat je ook maar een mens bent. Thuis kan ik soms ontzettend huilen, dan komt de ontlading. Het is zo verdrietig. Maar tegelijk zo mooi. Je weet gewoon hoe deze ouders zich voelen maar ook wat er nog komen gaat.’
Herinneringen maken
Niet iedere kraamverzorgende is geschikt om bij een gezin te zijn dat kampt met verlies. Als je gevraagd wordt te werken in een gezin dat een kindje heeft verloren, moet je goed bij jezelf nagaan of je dit wilt en kunt. ‘Het kan zwaar zijn. Maar het is ook heel waardevol,’ zegt Yvon. ‘Je helpt ouders herinneringen maken, want dit kindje heeft ze toch mama en papa gemaakt. Maar het is ook zwaar. Je moet goed weten wat je wel en niet kunt zeggen het is aanvoelen wat wel en niet belangrijk is, en goed kijken naar wat de ouders wel en niet willen een luisterend oor bieden. Je moet ook vooral niks opdringen.
Luisteren en er zijn
‘Ouders hebben ontzettend veel te regelen en maken veel door. Er gewoon zijn op de achtergrond, dat is het belangrijkste,’ vervolgt ze. ‘Luisteren als ouders willen praten, het huis netjes houden, eten en drinken maken. Tegen ouders zeggen: ‘Ik ben er als je mij nodig hebt’ en verder op de achtergrond blijven. Ouders mogen zeggen wat ze van mij verwachten, daarbuiten doe ik gewoon mijn ding. Ik zit niet bij gesprekken met vrienden en familie maar maak mij ergens anders nuttig, tenzij ouders willen dat ik er bij ben. Soms geef ik een beetje sturing, maar, ik respecteer hun wensen. Ouders hebben hun eigen manier om verdriet te verwerken, soms verschilt het zelfs tussen beide partners.’
Susan: ‘Ik vind het ook belangrijk de kraamverzorgster te betrekken bij alles dat er gebeurt en bij wat geregeld gaat worden. Wat gaan ze zien, wat kunnen ze verwachten? Ze mogen mij ook altijd bellen bij vragen. Ik ben maar een paar uur in het gezin, zij zijn er langer.’
Geen taboe meer
Zowel Susan als Yvon komen na de kraamweek nog bij een gezin als daar behoefte aan is. Yvon om te kijken of alles goed gaat, Susan voor professionele nazorg.
Yvon: ‘Soms ga ik na een paar weken terug naar een gezin om te kijken hoe het gaat in het gezin. En meestal kom ik terug in het gezin als er een broertje of zusje wordt geboren. Dan wordt het overleden broertje of zusje zeker niet vergeten, en word haar / zijn naam zeker genoemd.
Susan: ‘Nazorg geef ik ook, maar alleen als ouders dat willen. Er heerst nog steeds een taboe in deze maatschappij als het gaat om zwangerschapsverlies, waardoor het moeilijk kan zijn er over te praten of beslissingen te nemen. Hoe ga je om met de reacties van je omgeving? Hoe regel je praktische zaken? Er staat bijvoorbeeld een mooi ingerichte babykamer klaar, maar er is geen kindje dat in het wiegje slaapt. Wanneer ruim je dat op? Ik zeg altijd: wanneer je er klaar voor bent. Sommige ouders voelen hun kindje nog dichtbij als ze in de kinderkamer zijn. Het laatste dat je dan wilt is alles dadelijk opruimen.’
Wat je wel en vooral niet zegt
Ook de buitenwereld heeft het er vaak moeilijk mee. Sommige mensen weten niet wat ze moeten zeggen en zeggen dus maar helemaal niets. Anderen zeggen precies de verkeerde dingen. ‘Je bent nog jong, je wordt wel weer zwanger.’ ‘Maar goed dat het in de eerste weken is gebeurd.’ ‘Ach, het was nog niet echt een kindje.’ ‘Het komt vast omdat je vroeger gerookt hebt.’ Hoe goed ze soms ook bedoeld zijn, ze slaan de plank helemaal mis en kunnen keihard aankomen.
Susan: ‘Als je niet weet wat je moet zeggen, wees daar dan gewoon eerlijk in. ‘Hier zijn geen woorden voor’ of ‘ik weet niet wat ik moet zeggen’ zijn oprechte reacties.’ Want soms is verlies gewoon niet in taal uit te drukken. Luister, maar zonder oordeel. Vertellen helpt om iets een plek te geven. Soms heeft het na één keer een plekje, soms moet iemand het een paar keer vertellen. Zeg niet ‘dit heb je mij al verteld’ maar luister.
Wat je wel en niet doet
De buitenwereld wil het kindje vaak niet zien. Susan: ‘Meestal komt dit omdat ze geconfronteerd worden met hun eigen angsten, of omdat ze bang zijn voor wat ze te zien krijgen. Maar als het kindje levend ter wereld was gekomen, dan had je toch ook op de stoep gestaan om het te bewonderen? Sommige dingen doe je gewoon niet voor jezelf, maar voor de ouders. Als je bang bent voor wat je gaat zien kun je altijd eerst de kraamverzorgster vragen wat je kunt verwachten zodat jij je er op kunt voorbereiden. Ouders zijn vaak heel trots op hun kindje, ook als het niet meer leeft. Respecteer dat. Voor de ouders bestaat het kindje, hij of zij hoort bij het leven. Dat bevestig je door de naam van het kindje te noemen, ook na een paar weken. Ook is het niet vreemd om een cadeautje mee te nemen, maar dan wel één dat past bij de situatie. Een kaarsje, een amulet of een beeldje bijvoorbeeld.’
Erkennen van het kindje is dus belangrijk. ‘Het erkennen van de ouders en het bestaan van het kindje zit ook vaak in de aandacht en de details,’ zegt Susan. ‘Als de ouders roze voor het kindje hebben uitgezocht bijvoorbeeld, draag ik roze in mijn kleding tijdens de dienst. Je laat zien dat je ouders hoort en ziet. Het gaat nooit om mij, het gaat om hen en hun baby.’
Meer dan alleen een uitvaart
Susan: ‘Het is niet altijd bekend bij kraambureaus, ziekenhuizen en ouders dat er uitvaartondernemingen zijn die zich hebben gespecialiseerd in de uitvaart voor baby’s. Dat is jammer, want een gespecialiseerde onderneming biedt meer dan alleen de uitvaart, zodat ouders beter stappen kunnen nemen in het rouwverwerkingsproces. Mijn werkgebied is Noord- en Midden-Limburg, maar als iemand in Zuid-Limburg belt ga ik daar ook heen. Gelukkig zijn er meer gespecialiseerde uitvaartondernemingen door het hele land. Ik wil echt aanraden deze te benaderen als het gaat om de uitvaart van een baby.’
Stappen op de weg van de rouw
Er kan een groot verschil zijn tussen een lokale, niet gespecialiseerde begrafenisondernemer en iemand die gespecialiseerd is in het afscheid van een baby. En het kan van invloed zijn op hoe de ouders het rouwtraject ingaan. ‘Zo werd ik eens door Yvon gevraagd naar een gezin te komen dat een lokale begrafenisondernemer had benaderd om de uitvaart te regelen. Zij wilden graag hand- en voetafdrukjes laten maken van het kindje, een service die de lokale ondernemer niet bood. Maar Yvon maakte zich ook zorgen over het gebrek aan binding tussen de ouders en hun kindje. Ze ouders waren afstandelijk en wilden het niet vasthouden. De eerste stap in het rouwtraject was niet goed gezet, wat invloed heeft op de hele rouwverwerking. Ik heb de afdrukjes gemaakt en ben daarna met de ouders gaan zitten en heb met ze gepraat, maar vooral geluisterd. Pas toen konden ze het proces waarin ze zaten accepteren. En wilden ze het kindje wel vasthouden. Het was jammer dat ze twee dagen verloren hadden, maar in de drie overgebleven dagen hebben ze mooie herinneringen gemaakt.’
Tekst: Redactie
Niet iedere zwangerschap wordt voldragen, en niet ieder kindje komt levend ter wereld. Wereldwijd vinden naar schatting 23 miljoen gevallen van zwangerschapsverlies plaats. Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk hoger, omdat niet alle landen zwangerschapsverliezen registreren.
Een echt rouwtraject is er vaak niet bij een zwangerschapsverlies. Ouders verwerken het verlies meestal in stilte, en geven soms zichzelf de schuld. ‘Mijn lichaam was niet gezond genoeg’, ‘ik had die zware boodschappentas niet moeten tillen’, ‘was ik maar ver voor de conceptie gestopt met het drinken van alcohol’. Maar ook al zijn er risico-verhogende factoren, zoals roken en drinken voor en tijdens de zwangerschap, kan zwangerschapsverlies iedere vrouw overkomen.
Op zwangerschapsverlies ligt nog steeds een taboe. ‘Uithuilen, schouders er onder en doorpakken,’ is vaak de reactie van de omgeving. Maar dat doet geen recht aan het verdriet waarmee het gepaard gaat, laat staan het verlies van een pril leven. Dat ondervond Susan Cuppen, oprichtster en eigenaresse van Angels Forever, aan den lijve. ‘Ik heb vijf kinderen. Eén van mijn kinderen is na negentien weken zwangerschap in mijn buik overleden.’ Ze vervolgt: ‘Dat is nu twaalf jaar geleden. Na het verlies voelde ik mij ontzettend eenzaam en ik kreeg geen professionele hulp. Met minder dan 24 weken zwangerschap had ik ook geen recht op kraamzorg. Het verlies van ons zoontje werd letterlijk doodgezwegen. Ik vond dat heel vreemd.’
Een echt afscheid
‘Ik ben mij meer gaan verdiepen in zwangerschapsverlies en de hulp die moeders en hun partners daarbij nodig hebben. Ik voelde mij destijds ontzettend alleen. Andere ouders zouden zich nooit zo moeten voelen. Zo kwam ik tot de start van Angels Forever, dat in eerste instantie bestond uit een methode om moeders en partners te helpen bij het verwerken van het verlies, ongeacht in welke week zij hun kindje hebben verloren. Dat was acht jaar geleden. Later is dit uitgebreid met uitvaartzorg gericht op baby’s en kinderen, omdat hier toch een expertise voor gevraagd wordt. Daarnaast werk ik bij Uitvaartverzorging Yvonne Vos, waar ik uitvaarten voor volwassenen begeleid.’
De mooie en moeilijke momenten
Ook in de kraamzorg krijg je soms te maken met een gezin dat hun kindje heeft verloren. ‘Ik werd nu zeven jaar in de kraamzorg bij kraamorganisatie LieV Limburg,’ vertelt Yvon Schijven. ‘Ik maak heel veel leuke en mooie momenten mee, maar soms zie je ook de andere kant, als ouders hun kindje hebben verloren. Bij één van deze gezinnen waarin ik mama en papa mocht ondersteunen, hielp Susan met de begeleiding van het verlies. De klik was er dadelijk meteen, en tegenwoordig werken we meer samen.’
‘Het klinkt vreemd, maar het helpen van dergelijke gezinnen is heel mooi en dankbaar om te mogen doen. Het is heel waardevol dat je iets voor het gezin kunt betekenen. Zeker, er is veel verdriet. Soms wordt de deur voor mij open gedaan met de vraag: ‘Wat doe je hier eigenlijk? We hebben geen baby.’ Maar er is wel een mamma en er is een pappa, en die verdienen alle aandacht en zorg, nog afgezien van de controles van de moeder. Het is wrang. Het moederlichaam heeft alles te bieden, maar er is niemand aan wie de vrouw het kan geven. Daar mag je zeker niet aan voorbij gaan.’
Warm welkom
Susan vult aan: ‘Eigenlijk is de baby er wel. En het is goed het kindje welkom te heten in de eerste week. Dat vergeten veel mensen. Maar voor ouders – want het zijn ouders, ook al hebben ze hun kindje verloren – is het belangrijk hun zoon of dochter te leren kennen en er een gevoel bij te krijgen. Dat gaat in het tempo en op de manier van de ouders. Zo was ik eens bij een gezin waarvan de moeder het kindje constant op de arm had, maar de vader het liever niet aan wilde raken. In plaats daarvan ging hij aan de slag met het maken van een kistje voor hun zoontje. Dat was zijn manier van verwerken. En dat was voor hem genoeg. Andere ouders willen graag een fotoshoot, wat ik voor ze regel. Of ze willen na het balsemen de baby in het badje doen. Daar kan Yvon dan bij helpen, dit hoort ook bij de verwerking. Dat was voor deze ouders heel waardevol, ze wilden zo graag hun dochtertje de geur van hun babyolie die klaar stond om te gaan gebruiken meegeven, en de kleertjes aan te doen die ze voor haar gekocht hadden. Maar ik dring nooit aan, maar geef de ouders wel opties en vertel wat er eventueel mogelijk is. Iedereen heeft zijn of haar eigen manier van verwerken.’
Werken met je grootste angst’
Yvon en ik zijn allebei ouders. Wat is de grootste angst van een ouder? Je kind verliezen. En dan word je opgeroepen om te werken met je grootste angst: een overleden kindje. Dat is heel confronterend.’
Yvon: ‘Op het moment dat ik in een gezin ben kan ik dat redelijk uitschakelen. Toch breekt mijn hart vaak. Al dat verdriet… In de auto terug naar huis zet ik regelmatig de radio hard aan om even helemaal af te schakelen. Thuis ben ik dan weer oké. En soms niet… Dan vraagt één van mijn kinderen hoe het met mij gaat, en vertel ik over de dag, soms met een lach en een traan. Even ‘luchten’, dat voelt goed. Ik kan ook altijd bij mijn collega’s van de planning mijn verhaal kwijt, dat voelt heel fijn! En ik heb het op verzoek van Susan een keer van mij afgeschreven. Dat was voor mij heel waardevol, en ik heb mooie reacties op mijn verhaal gekregen.’
Susan: ‘Ik houd het ook niet altijd droog. Een traantje laten in een gezin mag best. Het laat zien dat je meeleeft, dat je ook maar een mens bent. Thuis kan ik soms ontzettend huilen, dan komt de ontlading. Het is zo verdrietig. Maar tegelijk zo mooi. Je weet gewoon hoe deze ouders zich voelen maar ook wat er nog komen gaat.’
Herinneringen maken
Niet iedere kraamverzorgende is geschikt om bij een gezin te zijn dat kampt met verlies. Als je gevraagd wordt te werken in een gezin dat een kindje heeft verloren, moet je goed bij jezelf nagaan of je dit wilt en kunt. ‘Het kan zwaar zijn. Maar het is ook heel waardevol,’ zegt Yvon. ‘Je helpt ouders herinneringen maken, want dit kindje heeft ze toch mama en papa gemaakt. Maar het is ook zwaar. Je moet goed weten wat je wel en niet kunt zeggen het is aanvoelen wat wel en niet belangrijk is, en goed kijken naar wat de ouders wel en niet willen een luisterend oor bieden. Je moet ook vooral niks opdringen.
Luisteren en er zijn
‘Ouders hebben ontzettend veel te regelen en maken veel door. Er gewoon zijn op de achtergrond, dat is het belangrijkste,’ vervolgt ze. ‘Luisteren als ouders willen praten, het huis netjes houden, eten en drinken maken. Tegen ouders zeggen: ‘Ik ben er als je mij nodig hebt’ en verder op de achtergrond blijven. Ouders mogen zeggen wat ze van mij verwachten, daarbuiten doe ik gewoon mijn ding. Ik zit niet bij gesprekken met vrienden en familie maar maak mij ergens anders nuttig, tenzij ouders willen dat ik er bij ben. Soms geef ik een beetje sturing, maar, ik respecteer hun wensen. Ouders hebben hun eigen manier om verdriet te verwerken, soms verschilt het zelfs tussen beide partners.’
Susan: ‘Ik vind het ook belangrijk de kraamverzorgster te betrekken bij alles dat er gebeurt en bij wat geregeld gaat worden. Wat gaan ze zien, wat kunnen ze verwachten? Ze mogen mij ook altijd bellen bij vragen. Ik ben maar een paar uur in het gezin, zij zijn er langer.’
Geen taboe meer
Zowel Susan als Yvon komen na de kraamweek nog bij een gezin als daar behoefte aan is. Yvon om te kijken of alles goed gaat, Susan voor professionele nazorg.
Yvon: ‘Soms ga ik na een paar weken terug naar een gezin om te kijken hoe het gaat in het gezin. En meestal kom ik terug in het gezin als er een broertje of zusje wordt geboren. Dan wordt het overleden broertje of zusje zeker niet vergeten, en word haar / zijn naam zeker genoemd.
Susan: ‘Nazorg geef ik ook, maar alleen als ouders dat willen. Er heerst nog steeds een taboe in deze maatschappij als het gaat om zwangerschapsverlies, waardoor het moeilijk kan zijn er over te praten of beslissingen te nemen. Hoe ga je om met de reacties van je omgeving? Hoe regel je praktische zaken? Er staat bijvoorbeeld een mooi ingerichte babykamer klaar, maar er is geen kindje dat in het wiegje slaapt. Wanneer ruim je dat op? Ik zeg altijd: wanneer je er klaar voor bent. Sommige ouders voelen hun kindje nog dichtbij als ze in de kinderkamer zijn. Het laatste dat je dan wilt is alles dadelijk opruimen.’
Wat je wel en vooral niet zegt
Ook de buitenwereld heeft het er vaak moeilijk mee. Sommige mensen weten niet wat ze moeten zeggen en zeggen dus maar helemaal niets. Anderen zeggen precies de verkeerde dingen. ‘Je bent nog jong, je wordt wel weer zwanger.’ ‘Maar goed dat het in de eerste weken is gebeurd.’ ‘Ach, het was nog niet echt een kindje.’ ‘Het komt vast omdat je vroeger gerookt hebt.’ Hoe goed ze soms ook bedoeld zijn, ze slaan de plank helemaal mis en kunnen keihard aankomen.
Susan: ‘Als je niet weet wat je moet zeggen, wees daar dan gewoon eerlijk in. ‘Hier zijn geen woorden voor’ of ‘ik weet niet wat ik moet zeggen’ zijn oprechte reacties.’ Want soms is verlies gewoon niet in taal uit te drukken. Luister, maar zonder oordeel. Vertellen helpt om iets een plek te geven. Soms heeft het na één keer een plekje, soms moet iemand het een paar keer vertellen. Zeg niet ‘dit heb je mij al verteld’ maar luister.
Wat je wel en niet doet
De buitenwereld wil het kindje vaak niet zien. Susan: ‘Meestal komt dit omdat ze geconfronteerd worden met hun eigen angsten, of omdat ze bang zijn voor wat ze te zien krijgen. Maar als het kindje levend ter wereld was gekomen, dan had je toch ook op de stoep gestaan om het te bewonderen? Sommige dingen doe je gewoon niet voor jezelf, maar voor de ouders. Als je bang bent voor wat je gaat zien kun je altijd eerst de kraamverzorgster vragen wat je kunt verwachten zodat jij je er op kunt voorbereiden. Ouders zijn vaak heel trots op hun kindje, ook als het niet meer leeft. Respecteer dat. Voor de ouders bestaat het kindje, hij of zij hoort bij het leven. Dat bevestig je door de naam van het kindje te noemen, ook na een paar weken. Ook is het niet vreemd om een cadeautje mee te nemen, maar dan wel één dat past bij de situatie. Een kaarsje, een amulet of een beeldje bijvoorbeeld.’
Erkennen van het kindje is dus belangrijk. ‘Het erkennen van de ouders en het bestaan van het kindje zit ook vaak in de aandacht en de details,’ zegt Susan. ‘Als de ouders roze voor het kindje hebben uitgezocht bijvoorbeeld, draag ik roze in mijn kleding tijdens de dienst. Je laat zien dat je ouders hoort en ziet. Het gaat nooit om mij, het gaat om hen en hun baby.’
Meer dan alleen een uitvaart
Susan: ‘Het is niet altijd bekend bij kraambureaus, ziekenhuizen en ouders dat er uitvaartondernemingen zijn die zich hebben gespecialiseerd in de uitvaart voor baby’s. Dat is jammer, want een gespecialiseerde onderneming biedt meer dan alleen de uitvaart, zodat ouders beter stappen kunnen nemen in het rouwverwerkingsproces. Mijn werkgebied is Noord- en Midden-Limburg, maar als iemand in Zuid-Limburg belt ga ik daar ook heen. Gelukkig zijn er meer gespecialiseerde uitvaartondernemingen door het hele land. Ik wil echt aanraden deze te benaderen als het gaat om de uitvaart van een baby.’
Stappen op de weg van de rouw
Er kan een groot verschil zijn tussen een lokale, niet gespecialiseerde begrafenisondernemer en iemand die gespecialiseerd is in het afscheid van een baby. En het kan van invloed zijn op hoe de ouders het rouwtraject ingaan. ‘Zo werd ik eens door Yvon gevraagd naar een gezin te komen dat een lokale begrafenisondernemer had benaderd om de uitvaart te regelen. Zij wilden graag hand- en voetafdrukjes laten maken van het kindje, een service die de lokale ondernemer niet bood. Maar Yvon maakte zich ook zorgen over het gebrek aan binding tussen de ouders en hun kindje. Ze ouders waren afstandelijk en wilden het niet vasthouden. De eerste stap in het rouwtraject was niet goed gezet, wat invloed heeft op de hele rouwverwerking. Ik heb de afdrukjes gemaakt en ben daarna met de ouders gaan zitten en heb met ze gepraat, maar vooral geluisterd. Pas toen konden ze het proces waarin ze zaten accepteren. En wilden ze het kindje wel vasthouden. Het was jammer dat ze twee dagen verloren hadden, maar in de drie overgebleven dagen hebben ze mooie herinneringen gemaakt.’