VakVerhaal [#03] Als je een kind verliest in de zwangerschap, heeft niemand gedeelde herinneringen aan jouw kind
Auteur
Meestal krijg je als gynaecoloog op een verjaardag de opmerking: oh wat een mooi beroep. Of een verslag van de verschrikkelijke bevalling. Zelden beseffen mensen dat je ook als oudere vrouw wel eens naar de gynaecoloog toe moet/ kan/ mag. Of dat we ook wel eens slecht nieuws moeten geven. Bij slecht nieuws denkt men als eerste aan kanker. Dat is het meest levensbedreigende wat men zich voor kan stellen.
Wat is in dat licht een miskraam? Ik besef me heel erg dat als een vrouw of een stel zwanger is, dat ik al een heel verhaal aan hangt. Dat dat begint bij het zwanger worden en dan die positieve test. Dan zit er gelijk een planning in je hoofd en een verwachting. Spannend, misschien een beetje bang of gewoon blij. En dan ben je 6 weken zwanger en heb je ineens een beetje bloedverlies. Dan wil je weten of het wel goed is. Ik zal dan zeker kijken, ook al kan ik ook geen voorspellingen maken en er vooral niets aan doen. En als je binnenkomt zal ik niet eerst een heel gesprek gaan houden, maar “zullen we gelijk even kijken?”. En dan is het goed! Een kloppend hartje… zonder echte garantie, maar een goed begin.
Of dan is het niet goed…. Wel een vruchtje maar geen hartslag. Of nog geen hartslag. Ik val dan stil en ga nog beter kijken naar die 5-7 mm mens. Dat benoem ik vaak ook, dat ik stilval omdat ik beter wil kijken. En dan gelijk de boodschap: “ik denk dat het niet goed is.” Of “ik zie geen hartslag”. Op dat moment val ik echt stil, want dit is niet mijn verdriet of mijn ruimte. En ik kan niet bepalen wat mensen nodig hebben. De vragen komen vanzelf. De opmerkingen en zelfverwijt ook. Dat zal ik, als het niet reëel is, zeker proberen te weerleggen. “Zie je wel: ik had niet in bad moeten gaan, die koffiedrinken. Of naar de Efteling gaan.” Verder probeer ik het te laten zijn voor wat het is. Ontzettend verdrietig. “Wil je een echofoto? Wat ook deze zwangerschap is er”.
Natuurlijk geef ik veel liever goed nieuws. Het houdt zo een enorme belofte in. En natuurlijk vind ik het afgrijselijk om slecht nieuws te brengen. Dat vind ik bij een kind dat al voldragen is en in de buik overlijdt wel moeilijker. Dan is er veel meer: wat als… dan had je misschien wel… En natuurlijk pink ik dan wel eens een traan weg. Maar nogmaals: het is niet mijn verdriet, hoe verdrietig ik het ook vind. Ik ben de zorgverlener die jou hier verder mee moet helpen. En ik ben dankbaar dat ik dat mag doen. Ik probeer dat ook zo goed mogelijk te doen. En dan is het zo wonderlijk wat er voor ruimte er in de loop van het proces is. Voor praten over verwachtingen. Verdriet. Humor. Trots. Verdriet. Begrip. Boosheid.
Als je oma overlijdt kan iedereen met je meepraten over hoe ze was en kun je anekdotes ophalen. Maar als je een kind verliest in de zwangerschap of rond de bevalling heeft niemand gedeelde herinneringen aan jouw kind. Dit zijn dus de enige herinneringen die je samen kunt maken en hebben. Voor mij is dankbaarheid dan wel het gevoel wat in mij overheerst. Dankbaar dat ik mensen hierbij mag begeleiden en er hopelijk mede voor zorgen dat ze er voor de rest van hun leven door kunnen met een goede herinnering aan zo veel verdriet.
Zelf ook als zorgprofessional je verhaal delen in de online rubriek VakVerhalen?
Jouw verhaal, met jouw expertise en vanuit het werkveld geschreven, helpt ouders bij de verwerking en geeft meer inzicht aan het onderwerp zwangerschapsverlies. Klik om je verhaal toe te voegen op de pen bovenaan de pagina.
Meer VakVerhalen
VakVerhaal #03
Auteur
Meestal krijg je als gynaecoloog op een verjaardag de opmerking: oh wat een mooi beroep. Of een verslag van de verschrikkelijke bevalling. Zelden beseffen mensen dat je ook als oudere vrouw wel eens naar de gynaecoloog toe moet/ kan/ mag. Of dat we ook wel eens slecht nieuws moeten geven. Bij slecht nieuws denkt men als eerste aan kanker. Dat is het meest levensbedreigende wat men zich voor kan stellen.
Wat is in dat licht een miskraam? Ik besef me heel erg dat als een vrouw of een stel zwanger is, dat ik al een heel verhaal aan hangt. Dat dat begint bij het zwanger worden en dan die positieve test. Dan zit er gelijk een planning in je hoofd en een verwachting. Spannend, misschien een beetje bang of gewoon blij. En dan ben je 6 weken zwanger en heb je ineens een beetje bloedverlies. Dan wil je weten of het wel goed is. Ik zal dan zeker kijken, ook al kan ik ook geen voorspellingen maken en er vooral niets aan doen. En als je binnenkomt zal ik niet eerst een heel gesprek gaan houden, maar “zullen we gelijk even kijken?”. En dan is het goed! Een kloppend hartje… zonder echte garantie, maar een goed begin.
Of dan is het niet goed…. Wel een vruchtje maar geen hartslag. Of nog geen hartslag. Ik val dan stil en ga nog beter kijken naar die 5-7 mm mens. Dat benoem ik vaak ook, dat ik stilval omdat ik beter wil kijken. En dan gelijk de boodschap: “ik denk dat het niet goed is.” Of “ik zie geen hartslag”. Op dat moment val ik echt stil, want dit is niet mijn verdriet of mijn ruimte. En ik kan niet bepalen wat mensen nodig hebben. De vragen komen vanzelf. De opmerkingen en zelfverwijt ook. Dat zal ik, als het niet reëel is, zeker proberen te weerleggen. “Zie je wel: ik had niet in bad moeten gaan, die koffiedrinken. Of naar de Efteling gaan.” Verder probeer ik het te laten zijn voor wat het is. Ontzettend verdrietig. “Wil je een echofoto? Wat ook deze zwangerschap is er”.
Natuurlijk geef ik veel liever goed nieuws. Het houdt zo een enorme belofte in. En natuurlijk vind ik het afgrijselijk om slecht nieuws te brengen. Dat vind ik bij een kind dat al voldragen is en in de buik overlijdt wel moeilijker. Dan is er veel meer: wat als… dan had je misschien wel… En natuurlijk pink ik dan wel eens een traan weg. Maar nogmaals: het is niet mijn verdriet, hoe verdrietig ik het ook vind. Ik ben de zorgverlener die jou hier verder mee moet helpen. En ik ben dankbaar dat ik dat mag doen. Ik probeer dat ook zo goed mogelijk te doen. En dan is het zo wonderlijk wat er voor ruimte er in de loop van het proces is. Voor praten over verwachtingen. Verdriet. Humor. Trots. Verdriet. Begrip. Boosheid.
Als je oma overlijdt kan iedereen met je meepraten over hoe ze was en kun je anekdotes ophalen. Maar als je een kind verliest in de zwangerschap of rond de bevalling heeft niemand gedeelde herinneringen aan jouw kind. Dit zijn dus de enige herinneringen die je samen kunt maken en hebben. Voor mij is dankbaarheid dan wel het gevoel wat in mij overheerst. Dankbaar dat ik mensen hierbij mag begeleiden en er hopelijk mede voor zorgen dat ze er voor de rest van hun leven door kunnen met een goede herinnering aan zo veel verdriet.
Meer
VakVerhalen